TALENTEN

Inversie begeleidt talentvolle, jonge beeldend kunste­naars uit Brabant in de overgang van de academie naar een veelzijdige beroepspraktijk. Een jaar lang worden jonge kunstenaars, die hun werkveld buiten de reguliere kaders van de kunstwereld plaatsen, ondersteunt in hun artistieke ontwikkeling en ondernemerschap.

Inversie is een samenwerking tussen TAC (Temporary Art Centre), Kunstpodium T en Witte Rook. Daarnaast werkt Inversie samen met diverse experts uit het veld voor workshops, executive coaching, masterclasses en sessies.

INVERSIE #5 EDITIE 2025

LESJA VAN HOOF

Lesja van Hoof is een keramiekkunstenaar met een achtergrond in traditioneel keramisch vakmanschap. In het ontwikkelen van een sterke technische basis ontstond zijn fascinatie voor het materiaal en daarmee het vertrekpunt voor een vrijere, onderzoekende benadering. In zijn praktijk beweegt Lesja zich op het snijvlak van sculptuur, materiaalonderzoek en intuïtieve vormgeving. Zijn werk ontstaat via een voortdurende dialoog met materie, waarin controle en toeval elkaar afwisselen en het proces centraal staat. Hij combineert traditionele technieken met experiment en laat zich leiden door de fysieke eigenschappen van klei. De sculpturen die hieruit voortkomen zijn gelaagd, zintuiglijk en onvoorspelbaar in hun vormen die soms verwijzen naar natuurlijke groeiprocessen of buitenaardse omgevingen. Ze nodigen uit tot observatie, aanraking en verwondering.

JOEY MONOPOLY

Joey Monopoly nodigt de toeschouwer uit om onderdeel te worden van een wereld die op dat moment ontstaat. Dat doet hij op performatieve wijze waarbij installatie en publiek samen het speelveld vormen waarin zijn personages centraal staan. Zijn werk is te ervaren als een feverdream: een absurde, gemaakte werkelijkheid die ontstaat binnen een tijdelijk momentum waarin samenwerking en collectiviteit centraal staan. Dat begint vaak vanuit zijn eigen droombeelden, die hij vertaalt naar tekeningen en maskers. Deze objecten vormen later de basis voor karakters die tot leven komen in performance, maar hebben ook een eigen betekenis waarin Joey manieren onderzoekt om deze werken te tonen. Door deze verder te ontwikkelen in materiaal, techniek en presentatie, ontdekt hij nieuwe kanten van zijn praktijk en is het mogelijk om zijn werk ook in andere contexten zichtbaar te maken.

ROELAND ROOIJAKKERS

Voor Roeland Rooijakkers ligt de basis van zijn praktijk in het verzamelen, bestuderen, assembleren en transformeren van natuurlijke materialen uit de lokale omgeving. Dat kunnen organische materialen zijn zoals takken, gras, bladeren en zwammen, maar ook anorganische materialen, zoals aarde, zand, stenen en klei. Deze materialen weten hem te verwonderen omdat ze een tijdloos en oeroud bestaan in zich dragen dat teruggaat tot ver voor het ontstaan van de mens. “Wanneer ik met deze materialen werk, voel ik me een kleine alchemist, die iets ‘waardeloos’ zoals rottende bladeren kan transformeren naar iets bijzonders.” Door hun onbewerkte en rauwe vorm staan ze voor hem dicht bij de bron van creatie. Roeland onderzoekt hierbij zijn relatie tot de more-than-human entiteiten om ons heen en presenteert hun aanwezigheid op verschillende manieren door middel van zijn werk.

LOLA SAFARI

Lola Safari richt zich in haar artistieke visie op relaties, en dat in de meest brede betekenis van het woord. Daarbij focust zij op de gecompliceerde relaties die we als mensen gedwongen zijn aan te gaan. Deze kunnen variëren van intimiteit bij familiebanden tot het belang dat we hechten aan onze jeugdherinneringen, maar ook het kritisch reflecteren op onze consumptiemaatschappij. Relativeren vindt zij daarbij een groot goed, in de vorm van ‘knipoogjes van de wereld’ die zij omschrijft als ogenschijnlijk eenvoudige, alledaagse dingen of gebeurtenissen die alles net even in een ander – vaak aangenamer – perspectief plaatsen. De maatschappelijke thema’s die ze aansnijdt probeert ze toegankelijk te maken door ze speels, bijna cartoonesk, weer te geven in veelkleurige, luchtige en liefdevolle vormen. Hierbij maakt ze gebruik van verschillende technieken, zoals schilderen en film, wat zelfs kan resulteren in complete installaties.

BENJAMIN SCHOONES

Benjamin Schoones is een multidisciplinair kunstenaar. Hij plaatst zelf vervaardigde – en soms ook gemodificeerde of ready-made – objecten in constellaties. Deze constellaties manifesteren zich via de fysieke transformatie van het materiaal, in combinatie met geluid en tekst – dat soms ook de vorm van proza aanneemt. De beweging van deze constellaties vindt plaats binnen structuren die niet altijd een lineair verloop volgen. Benjamin volgt dan ook geen vastomlijnd betoog, in plaats daarvan verkent hij de ongrijpbare gevoelens die zich binnen misverstanden, complexiteit en de immer veranderende (infra)structuren bevinden. Daarbij inzoomend en uitzoomend al cirkelend tussen externe interacties en innerlijke somatische processen.

SJORS SMIT

Sjors Smit richt zich in zijn praktijk op ruimtelijke, locatie-specifieke installaties die een directe dialoog aangaan met hun omgeving. Zijn werk ontstaat vaak op concrete plekken waarin bouwkundige veranderingen en vergeten ruimtes gelaagde verhalen onthullen. Door methoden te gebruiken die zijn ontleend aan archeologie zoals opgraven, scannen en reconstrueren, brengt Smit verborgen geschiedenissen aan het licht. In die zin roepen zijn installaties een tastbare spanning op tussen verleden en heden waarbij hij de toeschouwer uitnodigt tot (her)interpretatie. Vanuit een diepe fascinatie voor architectuur, materialiteit en historische narratieven onderzoekt hij hoe tijd, gebruik en transformatie zich manifesteren in structuren en sporen. Sjors gebruikt hierbij  fictie als middel om dichter bij de werkelijkheid te komen, waarbij hij de geschiedenis benadert als een levend, voortdurend transformerend geheel.

ESTHER VAN ZOELEN

Esther van Zoelen is te typeren als een genereuze kunstenaar. Haar ‘geschenken’  zijn alledaagse dingen zoals een voorwerp op een vensterbank, een gevonden afbeelding op een vlag of hoe onverwachts een sticker reliëf blijkt te hebben. Iets kleins, banaals en intiems dat ze via collages, bewerkte foto’s en film teruggeeft als een klein – misschien wel spiritueel – moment. Als observerende verzamelaar legt Esther haar waarnemingen vast in tekst en beeld onder de naam ‘Willemijn Kijkt’; een doorlopend project waarbij op basis van een abonnement iedere maand een serie kleine werkjes als cadeaus worden verzonden. Als kunstenaar zoekt Esther voortdurend naar manieren om zich te verwonderen. Spel, herinneringen en elementen uit de natuur lopen daarbij door elkaar. Als kunstvakdocent stimuleert ze deze verwondering ook bij kinderen terwijl ze als projectleider bij kunstpodium Pictura manieren zoekt om in tentoonstellingen de bezoeker te verwonderen. 

Vorige edities

INVERSIE #4 EDITIE 2024

Het werk van Fedrik Vaessen ontstaat door een proces van assemblage met mechanische onderdelen, horens, ornamenten, buizen, wasachtige materie en zelfgemaakte voorwerpen.  Door te spelen met deze elementen ‘vindt’ hij buitenaardse vormen die worden versmolten tot functioneel-onduidelijke sculpturen met symbolische en sciencefiction ondertonen. Hij ziet een toekomstige wereld voor zich waarin posthumanistische wezens verweven zijn met door de mens gemaakte objecten, die zijn losgemaakt van hun originele functionaliteit en gekneed tot een nieuwe archetypische en culturele betekenis. Vloeistof verbindt en versmelt deze organismen aan elkaar tot nieuwe hybride wezens. Hun huid van glans en weefsel brengt de werken tot leven, maar hoe zij gevoed worden en waarmee blijft onduidelijk. 

Het werk van Kelly Christogiannis gaat over kleine dingen in het leven die haar inspireren en waar ze later op kan terugblikken met een lach of een traan. Hoewel zij verschillende media gebruikt en verschillende thema’s is de schilderkunst en de Griekse mythologie goed vertegenwoordigd. Zelf omschrijft ze zich als een nostalgie verzamelaar op zoek naar momenten: ‘waarin mijn ouders faalden een goede tandenfee te zijn, waarin mijn kat die Snoesje heette stropdassen droeg, waarin ik dood gegooid werd met boeken over Griekse mythologie, waarin ik niet meer geloofde in Sinterklaas, waarin ik Barbie poppen haatte en waarin ik zei dat ik alleen met een paard zou trouwen en nooit met een man.’

Larissa Schepers gebruikt traditionele textieltechnieken zoals weven, breien en borduren. Waar de mensheid zichzelf dwingt sneller te gaan dan de tijd, vertraagt Larissa het liefst door arbeidsintensief werk te creëren. Deze materiële benadering resulteert in een vernieuwing van vergeten ambachten en tegelijkertijd streeft ze ernaar deze kennis te behouden. Menselijk gedrag en sociale waarden zijn terugkerende onderwerpen en bronnen van inspiratie waarbij ze vooral kralen inzet als haar universele taal in het creëren van ruimtelijke objecten. Haar werk is te omschrijven als intrigerend, uitnodigend en herkenbaar en roept de kijker bijna op haar werk aan te raken en zo aandacht te schenken aan de onderwerpen die Larissa wil aansnijden.

Renée Bus brengt in haar werk een symbiose tot stand tussen het menselijke en het niet menselijke. Een vanzelfsprekendheid die zij niet terugziet in Nederland waar we een onderscheid maken tussen mens en rots, boom, plant, schimmel en de elementen. Renée werkt vanuit haar intuïtie totdat haar sculpturen van klei of textiel afstand van haar nemen en een autonome positie ontstaat. ‘Zoals een overgroeide ruïne soms één lijkt met het landschap, onlosmakelijk met elkaar verbonden.’ De artefacten zijn onderdeel van een narratief dat gaat over leven, dood, tijd en plaats. Aan haar werk is de echo van de geschiedenis verbonden in de zoektocht naar hedendaagse folklore. ‘De ervaringen en indrukken van het dagelijks leven, verweef ik van routine naar ritueel. Zoals het meedragen van een edel object in mijn broekzak.’

Shanna Huijbregts’ praktijk bestaat uit haar missie om balans te vinden tussen enerzijds de speeltuin en anderzijds die oneindige bouwplaats, die zich allebei binnen hetzelfde gebied bevinden. Hierbij verenigt zij het zachte textiele met het harde van keramiek. Als schilder is Shanna van het doek afgestapt; kaders zijn er om op te rekken door middel van spel en spelen. Van binnenuit focust ze op het verkennen van de connectie tussen lichaam en geest, wat zich uit via kleuren tot op de rand van het overdrijven. In de hoop de gevoelens van kleur te manifesteren spiegelt ze haar innerlijke zelf en leert in dat proces meer over haarzelf en de ander.

Sofie Hollander toont in haar praktijk het performatieve aan in ieders strategie voor overleving. Het dagelijks ethisch doolhof waarin vragen worden gesteld zoals ‘hoe, wat, wie en waarom’ is in haar woorden te vergelijken met een ‘militaire hindernisbaan’. In haar werk vraagt zij zich af wat er gebeurt als we daar een speeltuin van maken. Kunnen we dan beveiligingscamera’s kapot bijten, muziekinstrumenten maken van verkeersborden of een expositieruimte starten in het houten huisje naast de glijbaan? Met de inzet van haar alter ego als de waarzegger ‘Adivinadora’ biedt Sofie het publiek een magische speelruimte om hen te confronteren met de angst voor het onbekende.

INVERSIE #3 EDITIE 2023

Qiaochu Guo bevraagt de gevestigde systemen en de conventionele structuren binnen de maatschappij en hoe deze invloed hebben op de modificatie en discipline van het lichaam. Deze interactie met het lichaam fungeert als een portaal dat Qiaochu leidt naar het ontdekken van de autonome mogelijkheden van hackend, verstorend gedrag en herstel als strategie.
De werken van Qiaochu zijn geïnspireerd door het onverenigbare gevoel van: vervreemding, verlating, vermoeidheid en ziekte, wat hen gebruikt als een opstandig gebaar. Ook ziet Qiaochu deze inspiratie als een metafoor die de overheersende normatieve denkwijzen uitdaagt. Qiaochu Guo is geboren in Jingmen, China.

Berendine Venemans was vroeger professioneel game designer, nu performance kunstenaar, dichter en videomaker. Als kunstenaar houdt ze zich bezig met het onbenoembare en oncontroleerbare in het leven. Daarbij onderzoekt Berendine de rol van intuïtie en gelooft ze in de kracht van het verenigen hiervan met lichaam, geest en cognitie. Het pad dat zij hierbij volgt en de ervaringen die ze opdoet deelt ze in haar werk. Het werk van Berendine nodigt uit om beleefd te worden vanuit het gevoel, met als wens om vanuit de onderbuik van de kunstenaar te spreken en zo het onbenoembare ervaarbaar te maken.

Niels Roest benadert zijn kunstenaarschap vanuit een fotografisch standpunt. Autobiografische leidraden worden verbonden met meer performatief onderzoek. Niels’ praktijk legt de focus op het bewust ronddwalen door het existentiële en fysieke landschap, dat een dialoog opent tussen interpretatie en perceptie. Het onderzoeken van de spanningen en contradicties hiertussen fungeert als het raamwerk van zijn kunst en vormt de condities die van invloed zijn tijdens het maakproces. Door te streven naar duidelijkheid over representatie in het beeld, voornamelijk middels verschillende documentatietechnieken, probeert Niels zo veel mogelijk eer te doen aan het begrijpen van zijn positie als kunstenaar bij het vormen van narratieven en vastleggen van deze subjectieve realiteit.

Froukje de Boer gebruikt gesloten systemen om haar omgeving beter te begrijpen en bouwt haar eigen geïsoleerde ruimtes om hier los van te staan. Als visueel kunstenaar maakt Froukje leefomgevingen voor objecten. Op basis van verschillende systemen wordt een structuur aangelegd waarin een veilige omgeving voor materiaal kan ontstaan. Elk leefgebied functioneert als een ruimte waarin het materiaal onafhankelijk is en niet gebruikt kan worden door elementen van buitenaf. Hierover zegt de kunstenaar: “Mijn werk gaat niet om het delen van een belevenis, het draait om het beschermen van een ervaring”

Froukje de Boer heeft haar Bachelor in Fine Arts afgerond in 2019 (Institute of Arts Maastricht) en haar Master Visual Arts and Post-Contemporary Practice behaald in 2022 (MIVC, St.Joost Den Bosch).

Jesse Fischer houdt zich bezig met het vertalen van persoonlijke en maatschappelijke invloeden naar figuratieve schilderijen en tekeningen. Door zo veel mogelijk bezig te zijn met het verzamelen en registreren van dingen die hem fascineren, probeert Jesse continu als verbeelder in de wereld te staan. Deze fascinatie kan komen vanuit verhalen uit de klassieke oudheid, Mesopotamische mythologie, maar ook uit de tarot-beeldtaal en legendes uit de Voodoocultuur van New Orleans. De duale aard van de karakters uit deze verhalen intrigeren Jesse. Niemand is inherent goed- of kwaadwillend. Het morele kompas is, net zoals bij echte mensen onderhevig aan angsten, jaloezie, hebzucht en seksuele lusten. Iets dat het volgens de kunstenaar makkelijker maakt om zich te verhouden tot deze verhalen. Volgens Fischer is het belangrijk om uiting te geven aan de krochten van de eigen geest. Anders zal een mens het kwade in de buitenwereld opzoeken en dit projecteren op anderen.

Isamo Thissen ziet het landschap als een archief van de menselijke activiteit. De grond onder onze voeten is altijd getuige van alles wat zich hier op afspeelt en zien we de afdruk van ons bestaan. De afdruk van de sporen die wij als mensen (in)direct in het landschap achterlaten vormt zowel de aanleiding voor het werk van Isamo alsook het fundament. Vanuit deze kerngedachte onderzoekt Isamo zowel de weerloze schoonheid van de natuur met datgene wat daarin leeft en vergaat, als de strakke lijnen en vreemde patronen die verschijnen uit de herstructurering van het landschap.

INVERSIE #2 EDITIE 2022

Ahn Sung Hwan (1989) voert experimenten uit aan de hand van de vraag: “Hoe kan een individu definitie geven in de huidige maatschappij?” Hierbij laat hij voornamelijk de kwetsbaarheid van een individu zien zoals de massaconsumptie en digitale platforms. Ahn doet dit door een nieuwe strategie te ontwikkelen die verder gaat door lichamen te herschikken.

Vince Donders (1991) bekijkt als kunstenaar de wereld met een dystopische bril. Die blik wordt gevoed door de berichtgeving in het nieuws vandaag de dag dat niet bepaald positief is. Vince gaat uit van een toekomst waarin dit in zijn ergste vorm heeft uitgepakt.

Urša Prek (1993) is een interdisciplinair kunstenaar gevestigd in Eindhoven. Haar werk, variërend van beeldende kunst tot geluidsinstallaties, focust op het begrip ruimte. De manier waarop we ruimte waarnemen is een nieuwsgierigheid die Urša drijft om ruimtelijke ervaring opnieuw te evalueren in samenhang met (persoonlijke) geschiedenis en herinnering.

Sam Scheuermann (1994) is een interdisciplinaire performance-kunstenaar. Met haar werk, dat zich bevindt in het grijze gebied tussen theater en beeldende kunst, onderzoekt ze de performativiteit van de ruimte. Steeds weer vertrekkend vanuit de vraag ‘Wie ben ik in relatie tot mijn omgeving?’, analyseert ze fysieke en sociale ruimtes en constellaties.

Emmie Liebregts (1996) ziet het kunstenaarschap als een veranderlijke positie waarbinnen ruimte gemaakt wordt voor twijfel, een ander te ontmoeten en een poging te doen deze te begrijpen. Veel voorkomende onderwerpen zijn geborgenheid, de privé-sfeer, het ongemak en het vinden van een deelbaarheid van deze ervaringen.

Maja Irene Bolier (1988) is een interdisciplinaire kunstenaar die met veel verschillende media werkt; film, installatie, collage, schrijven en performance in zelfgemaakte kostuums. Hoewel haar werk in verschillende thema’s en mediums bestaat, is er iets altijd aanwezig, namelijk de 14,784 km tussen haar vorige leven en haar huidige.

Britte Koolen (1994) is geïnspireerd door de woorden van John Maeda: ‘‘When there is less, we appreciate everything much more’’. Haar werk bestaat uit minimalistische sculpturale installaties en wandsculpturen.

INVERSIE #1 EDITIE 2021

Het werk van Daniel Arthuus (1996) manifesteert zich in de ruimte tussen dat wat ons mens maakt en dat wat mensen denken te zijn. Om dit te onderzoeken werkt hij met analoge, fotografische processen en teksten om fictieve situaties te creëren. Hiervoor zet zijn alter ego David Hoack in, om te spelen met ethische vraagstukken over hoe we natuur zouden moeten gebruiken.

Maureen Jonker (1994) onderzoekt de relatie tussen het menselijk lichaam en diverse (organische) vormen. Door verschillende disciplines naast elkaar te plaatsen en uit hun context te halen, komen tweedimensionale en driedimensionale elementen samen. Hierdoor worden er illusionaire ruimtes gecreëerd die zij scenario’s noemt.

Debbie Schoone (1994) onderzoekt de invloed van de mens op het milieu en onze leefomgeving. Als onderzoekend beeldmaker gebruikt zij voornamelijk het medium fotografie en focust ze zich op aspecten binnen grote maatschappelijke thema’s. Haar fascinatie voor innovatie brengt Debbie op plekken waar men normaliter geen toegang tot krijgt.

Hemaseh Manawi Rad (1995) probeert het tussengebied tussen twee culturen te omarmen als een volwaardige cultuur. Haar werk balanceert tussen midden oosterse en westerse thematieken. Haar Perzische roots hebben een grote invloed op haar keuze voor materiaal en vorm. Hemaseh onderzoekt daarom de vraag: In hoeverre is cultuur voorgeprogrammeerd?

Roos Vogels (1992) manifesteert zich als autonoom beeldend kunstenaar met een interesse voor natuur, authentiek materiaal en ambacht. In haar werk – wat vaak bestaat uit tijdelijke installaties, sculpturen, schilderijen en foto’s – spreekt ze een duidelijk verlangen uit de natuur te kunnen benaderen.

Floor Snels (1997) verdiept zich in sociale verhoudingen binnen structuren en organisaties. In haar werk onderzoekt ze hiërarchieën waar ze op reageert met een vorm die iets zegt over de situatie waarin het zich begeeft. Floor’s werk is gesitueerd, op onderzoek gebaseerd en vrijwel altijd interactief.

nl_NLNL